Geweten en waarden
De normatieve waarden
Voor ieder mens is wat volgens zijn of haar kennis en overtuiging als werkelijkheid wordt beschouwd absoluut gezaghebbend. Deze onvoorwaardelijke norm is het geweten. (...) Daarom handelt ieder mens tegen zijn eigen overtuiging in als hij handelt in strijd met de harmonie van willen en moeten, d.w.z. van doelgericht eigenbelang en harmonieus begrip van betekenis (...), d.w.z. in strijd met betekenis handelt. Wie zich in strijd met de zin gedraagt, wie tegen zijn overtuiging in handelt, moet zichzelf kritisch beoordelen of veroordelen. Omdat geen mens kan ontsnappen aan deze zelfkritiek, d.w.z. het oordeel van zijn geweten, de "wroeging van het geweten", behoort de houding, de oriëntatie op zingeving, tot het wezen van de mens. (Max Lüscher)
De vier basis zelfgevoelens - innerlijke tevredenheid, eigenwaarde, zelfvertrouwen, innerlijke vrijheid reguleren alle gebieden van het menselijk bestaan via de wet van functionele eenheid. Op basis van de categorische definitie van de zelfgevoelens en hun relaties kunnen regulerende waarden worden afgeleid die een garantie zijn voor menselijkheid en dus ook voor de zinvolheid van menselijk handelen. Elk zelfgevoel wordt bepaald door drie categorieën, waarbij twee zelfgevoelens met elkaar corresponderen in één categorie. Elk van deze categorische correspondenties correspondeert precies met een ethische waarde.
Zelfvertrouwen en eigenwaarde vallen in één categorie samen. Ze hebben beide een "directief" aspect, waarbij "directief", rekening houdend met de andere twee categorieën van zelfvertrouwen, zich toont als een leidende houding. Daarentegen verschijnt "directief" als standvastigheid in combinatie met de andere categorieën van zelfvertrouwen. Samen vormen de twee houdingen "leiderschap" en "standvastigheid" de voorwaarde voor de normatieve waarde "verantwoordelijkheid".
De zes normatieve waarden van ethiek komen voort uit de categorische afleiding van de vier gevoelens van het zelf:
Tolerantie - Verantwoordelijkheid - Oprechtheid - Ruimdenkendheid - Welwillendheid - Rechtvaardigheid.
Als normatieve waarden reguleren ze het gelijke gewicht van zelfgevoelens. Dit regulatieproces begeleidt alle handelingen en beslissingen zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Verstoringen die ontstaan door interacties met onze omgeving worden gecontroleerd door het zelfreguleringsproces.
Als een of meer van de zelfgevoelens verstoord zijn of als we ons in een conflictsituatie bevinden, begint de balans van de innerlijke psychologische krachten te wankelen. In elk geval stuurt het regulatiesysteem in de richting van relatieve stabiliteit en creëert het een schijnbare "balans". Als gevolg daarvan worden de zelfgevoelens disfunctioneel. Zo kunnen ons denken en voelen tegenstrijdig worden, onze spraak dubbelzinnig, ons gedrag manipulatief, enzovoort. Als bijvoorbeeld het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen verstoord zijn, kan de getroffen persoon geen echte verantwoordelijkheid nemen, gedraagt hij of zij zich kwistig of laf.
Als deze stoornissen verankerd raken, ontwikkelen zich manipulatieve structuren. We spelen een rol; dragen een masker; voelen en ervaren wat we onszelf vertellen of zijn zeer beïnvloedbaar enz.
Op basis van de psycho-logica kunnen alle handelingen op een tegenovergestelde manier gecontroleerd worden op de waarden waarop ze gebaseerd zijn en dus op de onbewuste motivaties. Dit geldt zowel voor privé- als voor professionele acties, voor individuele en institutionele acties.